Reportage: Het positieve halen uit een mindere situatie

Als er een jeugdopleiding van een club in Nederland is waar uitgerekend nu de verwachtingen hoog zijn, dan is het wel bij die van FC Twente. Financiële problemen en waarschijnlijke degradatie naar de Jupiler League noodzaakt de Tukkers meer aandacht voor de eigen jeugd te hebben. “We moeten meer halen uit minder.”


Door Robin Tibbe


De zon staat flink te branden aan de hemel als in een hokje van drie bij drie meter enkele trainers dicht op elkaar gepropt zitten op het trainingscomplex van FC Twente. Op de deur staat met grote letters ‘onderbouw’ geschreven. Het is de plek waar de jeugdtrainers zich voorbereiden op de komende training. Qua ruimte en omstandigheden hebben de bouwvakkers het vandaag buiten beter getroffen dan de trainers.

Bij het betreden van het hokje vliegen de discussies je om de oren. ‘Je laat je toch niet bij je voornaam noemen door spelers?’, is het onderwerp van het gesprek. ‘Dat getuigt niet van professionaliteit. Ze moeten je altijd met trainer aanspreken, dat laat zien dat ze respect hebben, maar geeft ook aan dat je boven de groep staat.’ Het is een punt waar niet iedereen het mee eens is en een van de vele onderwerpen in een trainerskantoor waarbij elke trainer een andere visie heeft.

“Als trainer heb je het meest invloed op de houding van je spelers”

Ook Frank de Jong (29) en Roy de Vos (27) mengen zich in de discussie, waarbij vooral Frank laat weten dat hij meer professionaliteit van zijn eigen spelers verlangt. De twee trainers zijn ondertussen bezig met hun voorbereidingen voor de dinsdagtraining. Op die dag wordt het meeste aandacht besteed aan het verdedigende aspect van het spelletje. De twee jeugdtrainers zijn verantwoordelijk voor de leeftijdscategorie onder twaalf jaar. Ze buigen zich over een papier waarop de oefenstof van de training staat. Oefeningen zoals de KNVB het graag ziet volgens de speerpunten van de Hollandse School 2.0, met aandacht voor het verdedigen.

In de hal richting de kleedkamers is het ondertussen een drukte van belang. De eerste spelers komen binnen voor de training. Ze mogen tussen vier uur en halfvijf binnenkomen, maar de meesten zijn er kwart voor vier al. Elke keer dat zij door de hal lopen zien zij aan de muur alle spelers hangen die vanuit de jeugdopleiding het eerste elftal hebben gehaald. Recent zijn daar Jeroen van der Lely, Peet Bijen en Vincent Schmidt bij komen hangen. Elke keer glijden de blikken van de spelers over de verschillende portretten, zoekend nu hun grote voorbeeld. Een extra motivatie om ook tijdens deze training weer hun stinkende best te doen.

Naam: Roy de Vos Leeftijd: 27 Coach van: D2 Jaren bij FC Twente: 1
Naam: Roy de Vos
Leeftijd: 27
Coach van: D2
Jaren bij FC Twente: 1
Naam: Frank de Jong Leeftijd: 29 Coach van: D2 Jaren bij FC Twente: 6
Naam: Frank de Jong
Leeftijd: 29
Coach van: D2
Jaren bij FC Twente: 6

Zelfstandigheid
De talenten hebben hun trainers niet nodig om alle benodigdheden voor de training te pakken. Alle spelers staan al op het veld, terwijl de twee coaches nog zitten te overleggen. Het toont de zelfstandigheid van de talenten aan. Elke training beginnen ze met een partijvorm waarbij ze zelf alles klaarzetten en de teams indelen. Als Frank en Roy zich op het trainingsveld melden, is de partijvorm dan ook in volle gang. De voetbaltermen vliegen over het veld, de pupillen nemen het uiterst serieus, zo verraden de geconcentreerde blikken.

De zelfstandigheid waar de trainers het hele seizoen op hameren komt naar voren bij een overtreding tijdens het partijtje. Heel even blijft het slachtoffer liggen, maar de dader en de rest van de spelers voetballen gewoon verder. Niet zeuren, opstaan en doorgaan is het devies op het trainingscomplex van de Tukkers. Een mentaliteit die al vroeg overgedragen wordt aan de spelers. De twee trainers zijn van mening dat ze het meeste invloed kunnen hebben op de houding van de spelers.

Frank is ondertussen begonnen met het uitzetten van zijn oefening. Dat gebeurt op hetzelfde gedeelte van het veld als de jongens hun partij spelen, maar het lijkt wel alsof de trainer niet aanwezig is. Iedereen speelt gewoon door en is behendig genoeg om Frank en de pionnen te ontwijken. Dan fluit de trainer één keer op zijn vingers. De jongens staan direct op scherp. Iedereen rent naar zijn eigen bal met zijn eigen nummer erop en komt naar de trainer rennen voor de uitleg van deze training. Aandachtig luisteren de spelers, waarna ze aan de slag mogen.

Net zoals bij vrijwel alle jeugdopleidingen staat de ontwikkeling van het individuele talent centraal. Elke training moet een speler zich ontwikkelen. “De individuele ontwikkeling is het belangrijkst. Het is aan ons om voor de juiste weerstand te zorgen. Te veel weerstand of te weinig weerstand zorgt ervoor dat een speler stilstaat in zijn ontwikkeling. Iedereen moet op zijn niveau spelen en eigenlijk hoort leeftijd daarin geen rol te spelen”, vertelt Frank. Zo komt het voor dat twee spelers van een leeftijdscategorie lager meetrainen bij deze ploeg.

Winnaarsmentaliteit
Een ander punt van de Hollandse School 2.0 die tijdens elke training naar voren komt, is het creëren van winnaarsmentaliteit. Aan elke oefening is een wedstrijdvorm met punten verbonden. In de vorm die vandaag is uitgezet, moet de aanvaller naar de buitenkant worden gedrongen. De verdediger moet voorkomen dat zijn tegenstander een of twee punten maakt door over een bepaalde lijn te dribbelen. Er heerst een opperste concentratie bij de jongens, totdat de eerste panna wordt uitgedeeld. De ‘oohs’ en het gelach is over het hele veld te horen. Want het genieten blijft toch vooropstaan bij de talenten.

Slechts een enkele keer legt Frank het spel stil om de spelers de juiste kant op te sturen. De correcte uitvoering van de speelvorm is namelijk niet van tevoren verteld, tot die uitvoering moeten de spelers uit zichzelf komen. De discussies onderling gaan dan ook over het bereiken van het beste resultaat. ‘Als aanvaller moet je snelheid houden’, adviseert een speler, terwijl de ander toevoegt dat de verdediger zo snel mogelijk kort op de bal moet zitten.

“Het grootste deel leren ze onbewust. Wij geloven erin dat alles wat ze onbewust doen, hun sterke punten zijn. Wij als trainers zetten de oefeningen voor ze uit en hebben wel een gedachte hoe het moet, maar we laten ze zelf tot die oplossing komen”, legt Frank uit, terwijl de vermoeidheid hoorbaar aan het gehijg langzaam een rol gaat spelen. Onder de brandende zon druppelen de eerste zweetdruppels van de voorhoofden. Hier en daar schiet een balletje van de voet. Maar aan stoppen wordt niet gedacht, dat levert geen punten op.

Frank de Jong legt een oefening uit aan zijn spelers tijden de training.
Frank de Jong legt een oefening uit aan zijn spelers tijden de training.

Structuur
Achter elke training zit een gedachte. Een structuur die de afgelopen twee jaar tot stand is gekomen bij de onderbouw. Maar mede door de situatie waarin FC Twente zit, kan dat binnen enkele maanden anders zijn. “Structuur en continuïteit zijn ontzettend belangrijk. We krijgen de zomer weer een nieuwe hoofd jeugdopleiding (Michel Jansen, red.) en het kan zomaar zijn dat diegene het helemaal anders wil. Dan is het lastig om een bepaalde structuur op te bouwen en daaraan vast te houden.” Een punt van aandacht is volgens Frank en Roy de aansluiting met de bovenbouw, de leeftijdsgroepen die het in de media flink te verduren krijgen.

“De bovenbouw is voor ons een grijs gebied. Zij komen negatief naar voren, terwijl wij voor ons gevoel goed bezig zijn. Dat wordt niet gezien.” Ondanks de financiële problemen van de Eredivisie-club, heeft het duo daar naar eigen zeggen geen last van. Roy: “Wij waren voor deze situatie ook al bezig met opleiden. Je ziet wel bezuinigingsmaatregelen, zoals het verdwijnen van het onder zestien team, de beloften die uit de Jupiler League zijn gehaald, het gebrek aan nieuwe materialen en ook op de lunch van de trainers is gekort.”

“Wij geloven erin dat alles wat ze onbewust doen, hun sterke punten zijn”

Ongerust
De spelers trekken zich niets aan van hetgeen hun trainers aangeven over de situatie van de club. Zij zijn blij dat ze met een bal kunnen spelen. Voor hun telt vandaag alleen het pakken van punten. ‘Je moet even normaal doen, we zijn geen amateurclub meer!’, is te horen tijdens een partijvorm als de concentratie lijkt te verslappen. Onderling eisen de spelers van elkaar professionaliteit en inzet. De jongens laten zien dat voetbal het belangrijkste voor ze is. De discussies over de club zijn voor hun een kwestie van bijzaak.

“Bij de leeftijdsgroep vanaf veertien jaar merk je dat ze er meer mee bezig zijn. Die ouders zijn ook ongerust.” Roy zoekt vooral naar het positieve. “We moeten meer halen uit minder en ons focussen op de punten waarop we wel invloed hebben.”

Ondanks de onzekerheden over het voortbestaan van de club blijft de ontwikkeling van jeugdspelers doorgaan. Een enkeling moet uiteindelijk de stap naar het eerste elftal maken. Aan het eind van het seizoen moeten Frank en Roy een lastige beslissing nemen. Dan bepalen zij wie afvalt en wie verder mag binnen de jeugdopleiding. De spelers die op het trainingsveld staan beseffen dat ook en weten dat ze elke keer hun stinkende best moeten doen.

Soms willen de trainers graag een speler behouden, maar is dat in deze tijd niet mogelijk. Dat is de andere kant van de medaille voor een club in nood. Zo baalt Frank dat hij Lamin Touray verloor aan Borussia Dortmund. “Hij is een kleine speler, maar ontzettend behendig en technisch. Dat is absoluut een speler van wie ik zeker weet dat hij het betaalde voetbal haalt. Dortmund zat al snel achter hem aan en ook op internationale toernooien maakte hij veel indruk. Maar wij konden hem gewoon niet houden toen Dortmund hem wilde hebben.”

De instroom van jeugdspelers was in het seizoen 2015/2016 al goed terug te zien in het eerste elftal van FC Twente. Het rijtje met spelers uit de eigen jeugd is het afgelopen voetbaljaar dan ook gegroeid. Vooral ten opzichte van het jaar 2009/2010, waarin FC Twente kampioen werd.
De instroom van jeugdspelers was in het seizoen 2015/2016 al goed terug te zien in het eerste elftal van FC Twente. Het rijtje met spelers uit de eigen jeugd is het afgelopen voetbaljaar dan ook gegroeid. Vooral ten opzichte van het jaar 2009/2010, waarin FC Twente kampioen werd.

Toernooi
De jongens op het trainingsveld kennen vandaag alleen de druk van het toernooitje aan het eind van de training. Vijf tegen vijf op velden waarvan ze zelf de grootte mogen bepalen. Ook hier bepalen de trainers het kader, maar zijn de spelers vrij om daarin tot een oplossing te komen. Ook de teams worden zonder behulp van de technische staf gemaakt. De aanvoerder neemt zoals het hoort daarbij het voortouw. ‘We moeten de teams eerlijk verdelen. Het is belangrijk dat elk team verdedigers en aanvallers heeft’, zo neemt hij als een ware captain het voortouw. De hesjes worden dan ook door hem uitgedeeld.

Volgens de visie van beide trainers is succes bepalend voor de ontwikkeling van een speler. Een jongen die qua leeftijd eigenlijk een elftal hoger mag spelen laat daarvan het perfecte voorbeeld zien op de training. Het loopt niet bij hem en zijn team omdat ze een man minder hebben. Het zorgt voor frustratie van de speler richting zijn medespelers. Totdat hij opeens een mooi doelpunt maakt. De lach breekt door, zijn batterij zit weer vol energie en opeens vliegt hij als de brandweer over het veld. Het ideaalvoorbeeld over wat succes met je kan doen volgens Frank en Roy.

“Naast het trainen van hun houding, proberen we de techniek zo maximaal mogelijk te ontwikkelen. Daarbij kijk je ook naar de weerstand. Je moet per speler afvragen welke weerstand hij nodig heeft om zich zo maximaal mogelijk te ontwikkelen.”

‘We zijn geen amateurclub meer!’

De training loopt ondertussen op zijn eind, maar de spelers motiveren elkaar voor een laatste keer. ‘Winnen nu, alles geven!’, schreeuwt een van de keepers als de laatste ronde begint. Het mag geen effect hebben, want de winnaar van het toernooitje wint alle duels. ‘Hoeveel punten heb jij vandaag gehaald?’, is een onderlinge vraag die door meerdere spelers wordt gesteld.

Ook na de training zijn Frank en Roy bezig met het geven van kaders waarbinnen de spelers zelf de oplossing moeten vinden. “Jullie krijgen tien minuten om alles op te ruimen en te douchen”, vertelt Frank zijn talenten. Het heeft effect, want als Frank even later de kleedkamer binnenloopt om de punten van die training te noteren, staan de douches aan en komt er stoom uit de kleedkamer. Het is voor de pupillen tijd huiswaarts te keren, wederom door de gang waar alle gedebuteerde jeugdspelers hangen. Dromend er ooit ook zelf te komen hangen.

Plaats een reactie