Stabiliteit grootste factor in jeugdopleiding Anderlecht

Ineens is heel Europa op de hoogte van de jeugdopleiding van Anderlecht als Romelu Lukaku voor vijftien miljoen euro aan Chelsea wordt verkocht in 2011. Maar het is voor de Belgen een lange weg geweest om de vluchten te plukken van de talenten die opgroeien op het trainingscomplex in Neerpede. We schrijven 2004 als bij RSC Anderlecht de knop omgaat en de club zich vanaf dat moment richt op de eigen jeugdopleiding. De trainers op het trainingscomplex Neerpede hebben het bestuur eindelijk weten te overtuigen van het belang daarvan. Met een begroting van rond de veertig miljoen euro is het aantrekken van dure spelers namelijk geen optie.


Door Robin Tibbe


Dat er op dat moment veel werk te verrichten is, blijkt uit het gegeven dat in 2004 slechts acht procent van de spelers in het eerste elftal uit de eigen jeugdopleiding komt. Een percentage dat in de jaren die volgen uitgroeit tot 52 procent in het seizoen 2014/2015. Anderlecht dient als schoolvoorbeeld voor de Nederlandse clubs. Met relatief weinig middelen is het mogelijk je eerste elftal te laten draaien op eigen talenten en daar vervolgens geld aan te verdienen. In de Eredivisie hebben vier clubs een hogere begroting dan Anderlecht, waarmee de Belgen aantonen niet per definitie veel geld nodig te hebben voor een goede structuur.

Ontwikkeling jeugdopleiding Anderlecht
In tien jaar tijd is het aandeel jeugdspelers in het eerste elftal van RSC Anderlecht flink gegroeid van acht procent naar 52 procent.

Het begon voor Anderlecht in 2004 met het uitschrijven van een missie en een visie. “We hebben ons laten auditeren”, vertelt hoofd talentontwikkeling Kevin Vermeulen over de beginperiode. “Al onze werkmethodes hebben we uitgeschreven. Dat gaf ons houvast om onze visie gelijk te gaan uitvoeren.” Het eerste echte resultaat zag de club in het seizoen 2008/2009. Spits Romelu Lukaku werd in zijn eerste seizoen direct topscorer en maakte vervolgens voor vijftien miljoen euro de overstap naar Chelsea. Een gelukje dat de Nederlandse clubs zeer goed kunnen gebruiken, zoals Davy Klaassen bij Ajax naar verwachting in de toekomst een toptransfer gaat maken.

“Je hebt succesverhalen zoals die van Lukaku nodig. Op zijn zestiende kwam hij bij het eerste elftal. Hij groeide snel uit tot international en won de gouden schoen. Daarnaast begonnen we in Europa met de jeugd meer toernooien te winnen, waardoor we meer en meer aanzien kregen. Dat was belangrijk om het eigen bestuur te overtuigen.” Op die internationale toernooien begint de jeugd van Ajax en PSV langzaam ook op te komen. Zo bereikten ze allebei de knock-outfase van de Champions League voor jeugdelftallen.

Lange tijd zag het bestuur van Anderlecht de jeugdopleiding voornamelijk als een kostenpost. Geleidelijk aan is dat veranderd en is de cultuur binnen de directie van Anderlecht aangepast. De jeugdopleiding kreeg een ander etiket opgeplakt: inkomstenbron. Een omslag die in Nederland bij veel clubs nog niet volledig is gemaakt. Enkele clubs hebben nog een gezamenlijke jeugdopleiding om de kosten zo laag mogelijk te houden. Sommigen proberen daar in Nederland weer van af te stappen.

“We beweren niet dat wij de beste jeugdopleiding van de wereld zijn, maar streven daar wel naartoe”

 

In Brussel hangen ze echter niet te snel de vlag uit. Dat in het seizoen 2014/2015 meer dan de helft van de selectie uit jeugdspelers bestond, was een enorme motivatie voor de opleiding. Desondanks beseffen de Belgen dat ze niet elk seizoen dat aantal zullen halen. Zo lag dat aantal dit seizoen met 44 procent iets lager. “We vergelijken het met wijnjaren, met topwijnen en jaren waarin de oogst tegenviel. De lijn zal nooit lineair zijn. De komende vijf jaar is het onze doelstelling een lijn van een minimum percentage te kunnen trekken.”

Trainers
Om de talenten in Neerpede zoveel mogelijk te ontwikkelen is gekozen om de speler centraal te stellen. Iedereen bij Anderlecht wordt geacht in dienst van de speler te staan. Elk team maakt daarom gebruik van gediplomeerde trainers. Daarnaast hecht de Belgische topclub waarde aan hoe jonge spelers worden begeleid bij amateurverenigingen. “Hoe beter de kwaliteit bij de amateurs is, hoe sterker de basis wordt voor de betaald voetbalclubs.” Ook de KNVB sluit daar inmiddels op aan met het plan De Winnaars van Morgen. De Nederlandse voetbalbond denkt dat de basis daar gelegd moet worden, zoals Anderlecht die omslag tien jaar geleden al heeft gemaakt.

Het trainingscomplex van RSC Anderlecht ligt slechts op een kilometer afstand van het stadion.
Het trainingscomplex van RSC Anderlecht ligt slechts op een kilometer afstand van het stadion.

“Wij hebben hier per leeftijdsgroep specialisten rondlopen. Daarvan zijn de laatste jaren ook trainers doorgeschoven naar het eerste elftal. Door mensen vanuit de jeugdopleiding in het eerste te plaatsen, begrijpt het eerste ook meer hoe wij opleiden. Er ontstaat een grotere binding. De laatste jaren zijn veel spelers doorgestroomd die niet alleen meededen in het eerste, maar ook daadwerkelijk het verschil konden maken”, stipt Vermeulen aan. In Nederland is de verbondenheid tussen het eerste elftal en de jeugd een punt van aandacht. Het onderwerp wordt ook specifiek benoemd bij de elf speerpunten van de Hollandse School 2.0. Door dat bij de Eredivisie-clubs beter in te richten, verwacht de KNVB in de toekomst een betere doorstroming van talenten.

Waar in Nederland geklaagd wordt over het niveau van de jeugdopleidingen en het ontbreken van echt grote talenten, daar kijken ze bij Anderlecht desondanks anders tegen de Eredivisie aan. “Ik denk dat de opleidingen in de lage landen niet onderdoen voor het buitenland. Zeker niet op het voetbaltechnische vlak. Natuurlijk moeten de accenten nog wel meer verschoven worden richting de jeugdopleidingen.”

Geheim
Vermeulen is ervan overtuigd dat de jeugdopleiding van Anderlecht succesvol is omdat het al meer dan tien jaar volgens een vast beleid werkt. Dat zorgt voor stabiliteit. De hoofd talentontwikkeling ziet dat onder meer terug bij het aankoopbeleid. De denkwijze bij het bestuur is dusdanig veranderd, dat eerst in de eigen gelederen wordt gekeken of een bepaalde positie met een jeugdspelers opgevuld kan worden.  “Alles is gebaseerd op onze uitgeschreven visie.” Aan die stabiliteit ontbreekt het bij de meeste Eredivisie-clubs. Met drie jaar is Art Langeler (PSV) een van de langstzittende hoofd jeugdopleiding.

Scouting
In de leeftijdscategorie van zes tot tien jaar zoekt Anderlecht alleen in de omgeving van Brussel naar talentvolle spelers. Vanaf tien jaar worden alle wedstrijden door heel België gevolgd door de scouts van Anderlecht. De nadruk ligt daarbij op de ploegen die op het hoogste niveau spelen. De club gelooft dat geen enkele speler van tien jaar of ouder niet meerdere malen is gezien door de scouting. Opvallend is dat bij vijftien van de zestien clubs op het hoogste niveau spelers rondlopen die uit de jeugd van Anderlecht komen.

Anderlecht waakt ervoor elk jaar een hele groep talenten naar de club te halen. Het wil alleen de echte talenten binnenhalen. De jongens die gehaald worden moeten minimaal de potentie hebben om Jong Anderlecht te halen. Er wordt bewust nog niet gesproken over de A-ploeg.  “Want de ontwikkeling van een speler is heel lastig in te schatten. Wij doen heel gericht transfers, waar je andere opleidingen veelal zestig, zeventig spelers in één keer ziet halen. We beweren niet dat wij de beste jeugdopleiding van de wereld zijn, maar streven daar wel naartoe”, aldus Vermeulen.

“Alles is gebaseerd op onze uitgeschreven visie”

Het aantal trainingsuren dat de jeugdspelers maken, wordt bij Anderlecht gezien als een grote beïnvloeding van de succesfactor. Negen jaar geleden introduceerde de Belgische club een systeem met drie individuele dagtrainingen per week. Het aantal schoolse uren bleef gelijk, omdat Anderlecht zich met trainers naar de scholen is gaan verplaatsen. De trainers maken gebruik van velden die bij de scholen liggen. Een methode die in Nederland lastig toepasbaar is, omdat de meeste talenten daarvoor naar speciale scholen moeten waarvan er niet veel zijn.

Anderlecht weet ook dat een groot aantal spelers het betaalde voetbal niet haalt, hoewel dat besef bij de jongelingen zelf niet aanwezig is. Daardoor blijft de invloed van school groot binnen de jeugdopleiding. Zo hebben de talenten die nu doorstromen naar het eerste allemaal een diploma op zak. De voetbalopleiding van de club uit Brussel moet volgens de uitgeschreven visie hand in hand gaan met educatie.

Winnaarsmentaliteit
Een opvallend verschil met Nederland is de winnaarsmentaliteit. Bij de Hollandse School 2.0 wordt daarop gehamerd, terwijl het bij Anderlecht van ondergeschikt belang is. “De winst interesseert ons weinig, het is van secundair belang. Van primair belang is het nastreven van onze speelstijl, het toepassen van de oefenstof waarop getraind is. Winnen is voor Anderlecht het gevolg van goed spelen en van het voetbal na te streven dat wij proberen te brengen. In de competitie spelen wij geen enkele reeks om kampioen te worden”, aldus Vermeulen. Een denkwijze die er bij de KNVB niet in wil, vooral niet nu het speciaal is aangestipt in het plan De Winnaars van Morgen.

“We proberen iedereen ook evenveel speelminuten te geven, behalve de absolute toppers. Die willen wij maximaal ontwikkelen. In toernooien is dat anders. Daar gaan alleen onze beste spelers heen en daar staat winnen wel voorop. Anders worden we een volgende keer niet meer uitgenodigd en dat zijn juist de ideale gelegenheden om je te meten met de absolute top. Dat zijn leermomenten die we ze in België niet kunnen aanbieden.”

Fysieke ontwikkeling

Anderlecht sluit zich wel aan bij het standpunt van de KNVB meer nadruk te leggen op de fysieke ontwikkeling van jeugdspelers. “Anderlecht heeft daar historisch gezien te weinig aandacht aan besteed, hier kunnen we nog een aantal procenten in winnen. We zijn daar ook meer op gaan selecteren, jongens die snel en wendbaar zijn. Dat zijn twee fysieke kenmerken die op bijna elke positie noodzakelijk zijn. Zaken waarvan we ons bewust zijn dat we daaraan moeten werken.”

“De winst interesseert ons weinig, het is van secundair belang”

Dat, net zoals in Nederland, de grootste talenten uiteindelijk naar het buitenland vertrekken is bij Anderlecht niet anders. Het verschil is alleen dat ze het in Brussel makkelijker accepteren dan in Nederland. “We willen een trampolineclub zijn voor de topclubs in Europa. Wij weten heel goed dat ons budget nummer 250 van Europa is. Dat is absurd weinig. Wij accepteren dat ze weg worden geplukt op de leeftijd dat ze eerst in onze A-ploeg hebben gespeeld. Het is ons streven om ze een of twee seizoenen in het eerste te laten spelen en daarna te verkopen. Lukaku is daar het schoolvoorbeeld van, dat is een kentering geweest in onze jeugdopleiding.”

Dat het succes van Anderlecht niet onopgemerkt blijft, blijkt wel uit de belangstelling voor de jeugdopleiding. Buitenlandse delegaties brengen regelmatig een bezoek aan Neerpede. Daar krijgen zij een presentatie te zien en mogen ze een training aanschouwen en daarover vragen stellen. Bijna wekelijks ontvangt de club een aanvraag vanuit onder meer Duitsland, Engeland, Spanje en Japan. Zij krijgen telkens hetzelfde te horen: “De stabiliteit van deze club is het belangrijkste. Dat is het grootste geheim van Anderlecht. We hebben in de afgelopen veertig jaar twee voorzitters gehad en de hoofd jeugdopleiding volgt al ruim twintig jaar hetzelfde beleid.”

KADER:
Anderlecht speelt met het jongste team ooit in de Champions League gelijk tegen Europese topclub Arsenal (3-3). Dat deed het met aanvallend voetbal en spelers uit de eigen jeugdopleiding op het veld.

Plaats een reactie